Henri de Vidal de Saint Germain
Henri de Vidal de Saint Germain
Mijn bedoeling is om even, stil te staan bij de hulpverlening aan kinderen van deze tijd. Ik ben zelf regressie- reïncarnatie-en dagdroom-therapeut, en daar ben ik zo’n kwart eeuw mee bezig in de praktijk. De regressie- en reïncarnatietherapie is helaas in het verleden nogal in de verdrukking geraakt. Er waren velen die zich aangetrokken voelden tot het begrip regressie, die dat ook te pas en te onpas in hun praktijk vermelden, die ook met regressie werkten, terwijl dat nu juist een therapievorm is die met de grootst mogelijke zorgvuldigheid moet worden gehanteerd en waar je heel veel van moet weten wil je het op de juiste manier doen zonder daar brokken bij te maken. En helaas zijn die brokken wel gemaakt en dat heeft niet altijd de regressie- en reïncarnatietherapie een goede naam bezorgd, maar dat is dan eenmaal zo. In het algemeen mogen we zeggen dat regressie- en reïncarnatietherapie terugvoert naar het beginpunt van een probleem.
Per 1 januari 2004 heb ik er voor gekozen om uitsluitend met kinderen te werken, tot een jaar of negentien. Deze kortdurende hulpvorm is een psychotherapie met een enorme bandbreedte, die ook met de onzienlijke wereld te maken heeft. Men vraagt zich wel eens af, zijn kinderen die allemaal in deze tijd geboren worden, nieuwe tijdskinderen? Ik meen dat we daar heel voorzichtig mee moeten zijn. Ik heb, vanaf het begin, kritisch gestaan tegenover het begrip nieuwe tijdskinderen. De verheerlijking die daaraan verbonden werd kon niet anders dan die kinderen een kwalijke naam bezorgen, dat kon niet goed gaan. Als je kinderen ophemelt en zegt dat ze zo bijzonder zijn dan moeten we daar mee oppassen. Ik zeg wel eens bij een lezing: “Gooi zo nu en dan het waswater maar weg en dan zit daar niet altijd een kind in”. Dat werd me niet altijd in dank afgenomen. Kinderen in deze tijd kunnen inderdaad bijzondere kwaliteiten hebben. Er zijn veel kinderen die heel hooggevoelig zijn. Maar er zijn ook veel ouders die dat zijn. Er zijn veel ouders, en dat was ik ook, die kunnen zeggen: “Eigenlijk was ik ook een nieuwe tijdskind”. Nieuwe tijdskinderen, die geboren worden, kunnen geen stand houden als ze geen nieuwe tijdsouders hebben, die naar hen luisteren en die ook verstaan wat ze te zeggen hebben met hun waarnemingen die ze doen. Kinderen kunnen in hun prille leeftijd aura’s waarnemen, ze kunnen soms entiteiten zien, of het lichaam van overledenen die nog ergens om de één of andere reden gebleven zijn. Dat maakt het voor deze kinderen vaak zo moeilijk omdat ze daar zo gevoelig voor zijn. Daar kom ik straks nog op terug. Eigenlijk is iedereen daar in zijn eerste jaren gevoelig voor en dat heeft er mee te maken dat een kind geboren wordt vanuit een energetische wereld waar geen vormen zijn, maar waar hij of zij nog als ziel rondwaart en een keuze maakt om op een gegeven moment weer geboren te worden.
Iedere ziel maakt, als het goed is, de keuze om weer terug te komen bij bepaalde ouders omdat hij vindt dat hij daar het beste terecht kan om zijn leven in te richten. Helen Wambach, een Amerikaanse psychologe, heeft onderzocht dat een kinderziel voor de geboorte, de eerste vijftien jaar van het leven in grote lijnen al overziet, en op grond daarvan wordt de keuze gemaakt om geboren te worden.
Dat houdt in dat adoptiekinderen de keuze maken, over de hoofden van de ouders waar ze geboren worden, voor de adoptiefouders omdat ze al zien waar ze heen gaan. Dat onderzoek van Wambach is nooit in het Nederlands vertaald, maar ik denk dat het inderdaad de moeite waard is om dat te onderzoeken. Ik had een tijdje geleden een workshop met jongeren van een jaar of zestien, die terug wilden kijken naar vorige levens. Daarbij waren drie adoptiekinderen, en ik zei niet tegen hen, wat ik u nu vertel, maar ik bracht ze terug, de hele groep, tot voor hun geboorte in dit leven, om te onderzoeken waarom ze in dit leven wilden binnenkomen? Alle drie spraken ze hun verwondering er over uit dat ze voor hun geboorte wisten dat ze naar deze adoptiefouders zouden gaan. Een duidelijk bevestiging van wat uit dat onderzoek van Wambach is gebleken.
Er wordt dus niet alleen een keuze gemaakt voor waarom wil je terug, maar ook voor de ouders. Dat het belangrijk is dat je dat weet. Bij die ouders zou ik me veilig voelen, bij die ouders zou ik heel goed kunnen werken aan dat wat ik nog wil afwerken. Een paar voorbeelden van een besluit dat iemand heeft gemaakt voordat hij geboren wordt. Soms herken je daar een hele zware lading in.
Een kind zei tegen mij: “Ik kwam terug om iets goed te maken”. Dan hoef je maar de vraag te stellen: “Ga eens terug en kijk eens naar dat waarom je meent iets verkeerd gedaan te hebben”. Of: “Ik kom terug om iets af te maken”. Er is dus iets gebeurd en het heeft niet zo mogen zijn dat het helemaal voltooid kon worden. Heel veel kinderen komen met het gevoel van, ik zou willen helpen, of ik wil mijn moeder helpen, of ik wil mijn vader helpen. Dan blijken er in vorige levens al banden bestaan te hebben tussen die kinderen en hun ouders. Dat is niet altijd het geval, maar het sterkste trof ik dat aan bij een Joods gezin wat ik in therapie heb gehad, waarvan de vrouw niet tot het Joodse ras behoorde, maar haar man wel, en ze hadden vier kinderen. Uit de regressies bleek dat zij in de oorlog ook een gezin vormden en dat ze alle zes in een concentratiekamp omkwamen. En ze zijn nu weer bijeen. Over karmische relaties gesproken.
Wat de ziel doet voor de geboorte is niet dat hij zo maar afwacht tot hij in kan dalen in de vrucht. Maar dat is heel verschillend. Ik heb bevindingen gehad, dat het tussen de vier en zes maanden gebeurde, maar een enkele maal gebeurde het vlak voor de geboorte. Eenmaal zelfs, dat ziel vlak na de geboorte indaalde, of dat de ziel wisselde na de geboorte, of dat er een ander in datzelfde lichaam binnenging, of dat er overleg was tussen die twee zielen, wie van ons tweeën gaat hier geboren worden?
Maar wat de ziel ook doet voor de geboorte is de ontwikkeling van de vrucht in de baarmoeder volgen. Kijken of het inderdaad die vorm en die mogelijkheden krijgt die passen bij het verlangen wat men heeft wat het wil uitvoeren. Het contact met de moedercel in de baarmoeder is vreselijk belangrijk. Wat de moeder beleeft en op een gegeven moment aan gevoelens ervaart, is heel belangrijk voor het kind.Kinderen die in de oorlog geboren zijn of vlak na de oorlog, voelden vaak de spanning die de moeder bij zich droeg over de onzekerheden die de oorlog met zich mee bracht. De gang door het geboortekanaal is ook een verhaal apart. Het kan zijn dat het heel lang geduurd heeft en dat het kind er niet doorheen heeft kunnen komen omdat de moeder het als het ware tegenhield. Of dat het kind er eigenlijk niet uit durfde gaan omdat het vreesde voor wat het te wachten stond.
Je komst vanuit de energetische wereld naar de belichaamde, is dus niet altijd even gemakkelijk. In het begin is het onbewuste van het kind nog heel sterk actief. Bewustzijn is er nog niet zo veel.
“Het kind droomt nog”, zoals een wetenschapper zegt. Wij allen dromen. De hele dag dromen wij. Alleen een kind leert vroegtijdig dat hij dat niet moet doen omdat er een werkelijkheid om hem heen is die zijn aandacht vraagt. Dus de droom is niet beperkt tot de nacht. Overigen is dit niet hetzelfde als dagdromen, daar kom ik straks nog op terug. Het kind voelt na de geboorte wat voor sfeer er om hem heen is en hij registreert dat. Hij voelt wat de vader en de familieleden denken die om hem heen zijn bij de geboorte. Dat voelen ze feilloos aan. In de eerste jaren van het leven, leeft het kind heel sterk in het heden, vanuit een droomwereld die nog maar steeds door gaat. De Bengaalse dichter Rabindranath Tagore zegt over het kind: “Het kind brengt mijn hart het gebouw van wind en water, de woordeloze geheimen van de bloemen, de dromen van de wolken, de zwijgende blik van verwondering van de ochtendhemel.” Ik voel dat kinderen dat hebben.
Kinderen leven zo sterk in het heden, dat alles wat zij spelen, zich ook in het heden afspeelt. Vadertje en moedertje, of wat je ook maar wilt, het speel allemaal in het nu. Maar als ze weer binnengeroepen worden zijn ze meteen weer Jantje of Pietje en niet de vader of de politieman die ze speelden.Kinderen spelen onveranderlijk als ze de rolverdeling maken, over het verleden, want daar moet je niet meer over praten, je staat in het nu en de rolverdeling heeft in het verleden plaats gevonden.Het kind zegt dan: “Jij was de vader en ik was de moeder” Ze praten dan alleen over de verleden tijd.
Een kind verstaat de taal van sprookjes. Sprookjes hebben een hele diep zin en daar kan een hele belangrijke boodschap in liggen. Je kunt het rustig voorlezen, want een kind verwerkt het op zijn eigen manier. Het kind komt uit een energetische wereld en heeft al vele andere levens gehad.. Soms draagt het kind iets van die niet verwerkte ervaringen uit het andere leven met zich mee. Bepaalde gevoelens die nog niet verwerkt zijn. Dat kan onder andere de aanleiding zijn voor huilbaby’s.
Sommige artsen houden het op voedselallergie en dan denk ik, wanneer worden jullie nu eens een keer wijzer? Wanneer zien jullie niet alleen dat lichaam, maar gaan jullie er ook over nadenken dat zo’n wezen, lichaam, geest en ziel is, en dat ze al ervaringen met zich mee dragen uit andere tijden, en dat het daar verband mee kan houden als het kind huilt. Dat hoeft daar overigens niet altijd verband mee te hebben. Ik heb een keer met een huilbaby gewerkt, die maar steeds in de richting van een hoek van een kamer keek en de moeder maakte zich daar heel erg bezorgd over. Ik zei tegen die moeder, omdat ze geen enkele ervaring met regressie had: “Denk erom, als ik je iets vraag en je ziet iets voor je, laat het gewoon toe. Ga niet tegen jezelf zeggen, zal het wel waar zijn, want dan doe je teniet wat er gebeurt”. Ik vroeg haar om zich voor te stellen om in die kamer te zijn en naar die hoek te kijken “Daar staat een mevrouw in die hoek”, zei ze, en ze beschrijft de vrouw die in die hoek staat. Die moeder en dat kind woonden nog maar kort in dat huis en de hele buurt kende deze vrouw die daar vroeger gewoond had en die inmiddels overleden was. Iedereen in die buurt zei: “Nou praat daar maar liever niet over want daar hebben we geen prettige herinneringen aan”. Ze is later verhuisd, maar na haar dood kwam ze terug in datzelfde huis en het kind zag die vrouw in de hoek staan en voelde de uitstraling van die vrouw en werd daar heel verdrietig en ook een beetje bang van. Toen hebben we haar gevraagd om weg te gaan naar het licht, en nu eindelijk op te geven dat ze hier moet blijven en ze is ook weggegaan. Zo eenvoudig is het niet altijd om een overledene tot rust te brengen, maar er is nog nooit iemand achter gebleven, hetzij in huizen, hetzij in aura.
Elk boek wat ik geschreven heb, dat zijn er zes, heeft een missie. Het laatst verschenen boek: “Wegwijzers voor kinderen in deze tijd”. Dat boek is voorafgegaan door mijn boek: “Mijn kind is anders”. Wat kinderen zelf geïllustreerd hebben met hun eigen ideeën, verhalen en hun eigen visie.
Veel ouders herkenden daar hun kind in. Dat boek is opgevolgd door het tweede boek: “De eigen wijsheid van het kind”. Want het kind is wijs. Dat boek heeft op veel vragen een antwoord kunnen gegeven en het wordt gebruikt door hulpverleners, leraren en therapeuten. Maar later bleek dat er behoefte bestond om nadere uitleg te geven aan kinderen, over wat is nu de geest, de ziel en dat laatste boek : “Wegwijzers voor kinderen in deze tijd”, voldoet daar aan en het wordt allerwegen begroet als een boek wat men heel goed kan gebruiken bij kinderen. Kinderen tot twaalf jaar kunnen dat het beste samen met hun ouders doorlezen en daarna kunnen ze het ook zelfstandig lezen. Het is dus een serie geworden. Misschien dat die nog aanvulling krijgt. Dat is nog even afwachten.
Ik wil met u stil staan bij overledenen. We spreken van rondhangende entiteiten, die aan een bepaalde plek geboden zijn. Ik heb in Almere met een paar mensen een wijk moeten behandelen. In die wijk waren overleden vissers die destijds vergaan waren met hun schip en nog steeds op die plek rondhangen, niet wetende dat ze daar eigenlijk wel weg konden. De shock die ze ervaren kan ertoe leiden dat een overledenen, voor ons gevoel dan, want tijd bestaat niet aan gene zijde, ergens een lange tijd blijft hangen. In Amersfoort heb ik een wijk kunnen zuiveren, daar bleek een dijk afgegraven te zijn en op die dijk lag puin gestort, van oude huizen, en dat was als fundament voor nieuwe huizen gebruikt. In dat puin huisden, zou je kunnen zeggen, nog steeds overledenen die nog niet tot rust waren gekomen. Dat gaf in die wijk de nodige onrust en daar hebben we iets aan kunnen doen.
Er zijn ook de dolenden, die ronddolen en pas tot het besef komen dat ze weg kunnen gaan als ze telepathisch contact krijgen met iemand die op aarde leeft. Door dat telepathische contact kunnen ze afchecken, van hé, ik hoor blijkbaar niet meer tot de levenden, ik zou nu wel eens weg kunnen gaan.
Men heeft de aangehechte overledenen, die zich in een aura gevestigd hebben. Die in die aura binnen komen op een zwak moment. Schrikt u er niet van, want dat is niet een alledaags gegeven, dus ga straks niet naar huis met een ongerust gevoel dat u dat ook overkomen kan, dat hoeft helemaal niet, en het is ook niet moeilijk om er af te komen. Het komt vooral bij kinderen voor, dat ze in hun aura komen, daaruit energie gebruiken, maar ook hun eigen onverwerkte ervaringen daarin naar binnen brengen.
Het gevolg daarvan is dat kinderen hele angstige dromen kunnen hebben, waar ze pas met heel veel moeite uit wakker worden. Soms zeggen ouders dat hun kinderen wakker worden met hele wilde ogen en op het eerste ogenblik kon dat kind ook absoluut niets zeggen. Hij kon ook niet navertellen wat er gebeurd was. Maar het was heel akelig. Hoe komt dat eigenlijk ? Iemand die overlijdt verliest een laag bewustzijn. Wij beschikken over een dag- of waakbewustzijn, en ook over een onbewust bewustzijn, dat veel groter is dan ons waakbewustzijn. Het bevat alle herinneringen van levens die wij geleid hebben. Het bevat in gedetailleerde vorm alle informatie uit die levens, van gevoelens, van alles wat je maar zou kunnen bedenken. Het bovenbewustzijn, of het waakbewustzijn, is iets wat we overdag hebben en waar we alert mee zijn, voorzichtig, oplettend, en dat maakt dat het onbewuste geen dingen zegt die niet waar zouden kunnen zijn. Het moet altijd op zijn waarheidsgehalte getest worden. Als je in regressie gaat moet je aanvaarden wat er in je opkomt uit de diepte. De overledene verliest dat waakbewustzijn. Dat betekent dat hij volledige toegang heeft tot alle herinneringen van alle levens. Als je een kind moet uitleggen hoe dat dan komt dat hij nare dromen heeft , dan zeg ik: “Stel je voor dat je in een groot warenhuis bent en je staat op een etage in een leuk prentenboek te kijken en je bent daar heel erg in geïnteresseerd, maar een afdeling verderop staat iemand naar de radio’s en de televisies te kijken. Weer een ander staat verderop naar kleding te kijken en die hoeft alleen maar de etage over te lopen om in jouw afdeling terecht te komen. Je bent allemaal op het niveau van het onbewuste. Want als je droomt is je onbewuste actief, en het onbewuste van die overledene is ook actief en als die dan naast je staat, dan fluistert die je als het ware in wat er allemaal met hem is gebeurd en kinderen begrijpen dat”.
Je kunt dus kinderen krijgen die daardoor angstige dromen krijgen. Maar ook vormen van bezetenheid. Een minder ernstige is extreme boosheid van een kind die met alles smijt wat in zijn handen komt en als dat over is zegt hij: “Eigenlijk deed ik dat niet zelf, ik heb er zo’n spijt van, ik was het niet zelf, het was iets in mij wat mij aandreef. Natuurlijk is dat niet goed, maar daar is heel veel aan te doen.
Soms kom je tegen dat er karmische bindingen zijn uit vorige levens en dat er een binding is ontstaan tussen twee of meer mensen die elkaar niet hebben losgelaten. Die nog iets met elkaar af te wikkelen hebben. Het kan zijn dat iemand denkt, dat vergeef ik je niet wat je me nu aangedaan hebt, maar hij heeft die ander niet meer kunnen bereiken. Dan kan het zijn dat iemand dan na zijn dood nog bij die ander blijft rondhangen en dan als een stoorzender aanwezig is. Die dingen moeten uitgezocht worden en daarvoor leent regressie – en reïntegratietherapie zich uitstekend. In veel opleidingen wordt daar naar mijn smaak te weinig aandacht aan besteedt. Daarom heb ik colleges geopend waar ik artsen, regressietherapeuten maar soms ook psychiaters mag begroeten die daar alles van willen weten en die ik laat delen in mijn ervaringen. Het is ook mijn bedoeling om die ervaringen met anderen te delen.
Soms kun je via telepathische weg zaken tot klaarheid brengen die je niet voor elkaar krijgt tijdens een persoonlijke behandeling met iemand.. Ook daar is veel te weinig aandacht voor bij opleidingen.
Er kunnen ook persoonlijkheidsdelen los raken van ons, in andere levens, als wij een innerlijk conflict hebben wat we in het leven niet tot rust kunnen brengen. Als dat gebeurt dan ontstaat ook daardoor een stoorzender binnen de persoonlijkheid zelf. Ik heb drie kinderen behandeld die als autist waren gediagnosticeerd en die alle drie nu genezen zijn terwijl er gezegd wordt dat autisme niet te genezen is. Die storing kan zich ook uiten in boulimia, anorexia, vraatzucht of vermageringszucht. Wat bij veel kinderen voorkomt is dat ze vanaf de geboorte eczeem hebben, die binnen enkele weken verdwenen is nadat die behandeling heeft plaats gevonden. Ouders verbazen zich vaak daarover. Elke vorm van allergie is niet te behandelen, maar het is zeker de moeite waard om er een keer naar te kijken.
De toegang tot de aura bij kinderen, komt vooral doordat ze soms niet goed geaard zijn. Soms zijn ze sterk aan emoties onderhevig en zij kunnen die emoties niet goed beheersen. Het gevolg van de inwoning in die aura is, dat er energie wordt getapt en dat het kind hangerig kan worden, afdwaalt op school, lusteloos wordt. Kortom ouders kennen deze verschijnselen wel. Als dat extreem wordt is dat zeker een reden om daar een keer naar te kijken. Bij volwassenen komt dit ook wel voor en dat kan soms wel een leven lang duren. Er zijn ook gevallen bekend waarbij mensen niet één overledene binnenkrijgen maar een stuk of twee, drie, die de voorpost vormen van een grotere groep. Stel u maar voor, oorlogen, rampen waar mensen in grote getale sneuvelen, omkomen, en soms uit een vorm van uniformiteit bijeen blijven. Enkele daarvan komen in de aura terecht en beginnen daar energie uit weg te trekken, niet allen voor zichzelf maar ook voor anderen en dan kom je tegen dat mensen ME krijgen.Ik kan op dit moment nog niet zeggen waarom ME bestaat. Ik kan u wel zeggen dat ik een twintigtal mensen met ME heb behandeld die zonder uitzondering weer aan het werk zijn. Bij hen heb ik geconstateerd dat ze groepen in zich hadden, en ook groepen die daar buiten stonden, die gevoed werden met de energie uit dezelfde persoon waardoor die volkomen energieloos werd. Met de toename van het geweld in deze wereld is niet uit te sluiten dat ME nog zal toenemen als dit inderdaad de oorzaak is, wat ik op dit moment nog niet durf te beweren. Twee van die ME patiënten waren kinderen die nauwelijks nog konden lopen en die een half jaar later weer naar school konden gaan en weer rechtop liepen. Het gaat dus gelukkig weer heel goed met hen.
Sommige mensen hebben al heel veel therapeuten afgelopen om van hun problemen af te komen. Regressietherapie is geen wondermiddel waar alles op past, absoluut niet, maar in een aantal gevallen konden we heel goed werken aan mensen die al lang bezig waren met psychotherapie en psychiatrie.
Een psycholoog die zelf twee jaar bij psychiaters komt, zei na anderhalf uur tijdens de eerste zitting: “Dit had ik eerder moeten weten, want nu begin ik pas inzicht te krijgen in waar het over gaat”.
Welke invloed kunnen overledenen hebben en wat kun je er aan doen? Ik sprak al over vermoeidheid, concentratieverlies, afwijkend gedrag, extreme angsten, slapeloosheid bij kinderen, verschijningen waarnemen, nachtmerries zonder herinnering, stemmen horen. Ik wil niet beweren dat stemmen horen altijd iets met entiteiten of met overledenen te maken heeft. Er kunnen andere oorzaken voor zijn.Het is zeker de moeite waard om het te onderzoeken, want artsen zijn in het algemeen, de goede niet te na gesproken, geneigd om meteen medicijnen te geven om die stemmen te onderdrukken. Je kunt wel iets onderdrukken maar dat betekent dat je geen onderzoek doet en daardoor kun je ook niet ontdekken wat er werkelijk aan de hand is.
Wat kunnen ouders van kinderen doen die merken dat hun kind angstig is, nachtmerries heeft, en mogelijk problemen heeft met die onzienlijke wereld? In de eerste plaats, stel het kind gerust. Luister vooral heel goed naar wat het zegt. Het kan in zijn eigen taaltje heel veel vertellen .
Gelukkig hebben we nieuwe tijdsouders die wel geneigd zijn om naar hun kinderen te luisteren. Probeer entiteiten niet weg te jagen want ze zullen terugkeren zolang je er niets wezenlijks aan doet. Toch moet je het kind helpen. Vraag of de “Gouden Wachters” om het kind heen komen staan.
Het zijn mannen in een soort gouden harnas met gouden helmen en met gouden speren bij zich. En volwassenen en kinderen aan wie ik dat vroeg, voelden zich opeens heel veilig. Een meisje van dertien heeft eens aan de Gouden Wachters gevraagd, waar ze vandaan kwamen en ze zeiden dat ze ook op aarde hadden geleefd maar niet altijd leuke dingen hadden gedaan. “We hebben mensen zelfs pijn gedaan, maar nu zij we terug en kunnen we iets goed maken” zeiden ze.
Je kunt ook vragen om bescherming uit de lichtwereld. Als u vraagt of er wezens uit de lichtsferen willen komen, of dat nu engelen zijn of niet, dat laat ik in het midden, ze zijn er in ieder geval en ze doen het als u het vraagt. Als u vanuit de liefde spreekt, dan wordt dat verhoord.
Ik heb u al verteld voor de niet aanspreekbaren, is er de mogelijkheid van telepathische zittingen. Soms hebben mensen jarenlang pijn waar de medische wetenschap niets aan kan doen en daar kun je pas iets aan doen als je daar bij kunt komen, wat de oorzaak ook is. Er kwam een keer een arts bij mij die een stekende pijn in zijn schouders had. Hij zei, ik ben bij collega’s geweest en ze kunnen me niet helpen. Tijdens die zitting verdween de pijn. Na afloop legde hij zijn kaartje neer en bleek hij hoogleraar medicijnen te zijn. Ik zeg dit niet omdat dit zo bijzonder is maar omdat hij daardoor een andere kijk op de dingen kreeg.
Tot slot lees ik u voor uit het nawoord van het boek “De eigen wijsheid van het kind”, omdat het over kinderen gaat. “Boomstammen groeien van binnen naar buiten. Elk jaar legt zich een nieuwe laag om de kern heen. Dat is duidelijk te zien aan de jaarringen in een stam van een omgevallen boom. Groei vanuit een kern, die altijd aanwezig blijft maar naar ruimte zoekt. Die kern is vergelijkbaar met een kind. Vol wilskracht om te groeien, speurend, verkennend en ontdekkend aan de hand van een leermeester die ervaring heeft. Kinderen zijn overal om ons heen. Hoewel ze niet een bordje werk in uitvoering met zich meedragen, zijn ze wel actiever dan je bij een oppervlakkige beschouwing zou vermoeden. Als je groter gegroeid bent dan zij, moeten ze omhoog kijken om met je te praten. Laten we beseffen dat we niet op de hurken hoeven te gaan zitten om met hen te praten en naar hen te luisteren en voor hen open te staan. Dan kunnen we nog veel leren van eigen wijsheid van het kind.