ADHD, ADD en PPD-NOS
ADHD, ADD en PPD-NOS
De parabel van het magische snoepje, dat Relatine heet
Jongetje : Mama, bij ons op school zijn er kinderen, die iedere dag een magisch snoepje moeten doorslikken.
Moeder : Ik weet het lieve schat . Magisch ... maar dan wel zwarte magie .
Jongetje : Ah bon ... is dat dan de reden waarom ik er géén krijg ?
Moeder : Luister ,jongen ... We weten allemaal, dat onze wereld momenteel vierkant draait . Dat is al een tijdje zo . Stel nu - dit is een veronderstelling en niks meer - maar stel nu dat onze wereld geheeld zou kunnen worden door 'muziek' . Een fantastisch idee . Maar niemand is daarvan al op de hoogte . Muziek dus . En wonder boven wonder, er worden toch wel duizenden kinderen geboren, die al vanaf jonge leeftijd piano-, viool-, gitaar- ... virtuosen blijken te zijn . Hier en daar is er zelfs eentje, dat precies op het juiste moment op een triangel slaat .
De bezorgde ouders van deze speelgrage kinderen, zijn misschien wel heel erg trots op hun kleine genieën, toch willen ze allemaal zonder uitzondering dat hun kind een diploma haalt, en carrière maakt, en zich geaccepteerd weet door deze , vierkant draaiende wereld . Maar de kinderen vinden zoiets helemaal niet belangrijk, en ze blijven maar musiceren, en sturen harmonie na harmonie de wereld in ... maar, en dat moet worden gezegd, ze kunnen niet goed stilzitten met al die kriebels in hun lijf, en worden dus een storende factor in het klaslokaal . Het interesseert hen uiteraard ook geen knijt wat wiskunde waard is, of de geschiedenis over het verleden, of aardrijkskunde, dat het nooit eens over hun éigen planeet heeft .
In samenspraak met de leerkrachten, die allang vergeten zijn, dat muziek de zeden verzacht, komen de ouders tot een besluit, dat niet alleen hun kinderen, maar ook de rest van de wereld treft . Ze zullen hun kinderen , de armen op de rug binden tot die nutteloze bevlieging , over is gewaaid . Kinderen die in een ultieme poging om de wereld te redden, zullen beginnen zingen, zullen uiteindelijk een paar vingers worden afgehakt .
En zo gebeurt het ... in de veronderstelling dat onze wereld vierkant draait , natuurlijk... Maar dat is natuurlijk alleen maar een veronderstelling .
Jongetje : Mama, wil dat dan zeggen, dat die kinderen dan een paar vingers kwijtraken ?
Moeder : Nee lieve schat , ze raken het héle kind ... kwijt ...
De spiegel en de antenne ...
We weten ... of we weten niet dat nieuwetijdskinderen ons spiegelen: ze laten als in een spiegel zien wat er van ons uitgaat. Zijn wij druk, dan worden zij druk. Hebben wij geen harmonie vanbinnen, dan raken zij uit balans. Hebben wij verdriet, dan huilt het nieuwetijdskind 's nachts, zonder te weten waarom. Ze laten ons dus zien wat we voelen, wat we eigenlijk denken of wat we nog niet verwerkt hebben. Ze voelen immers haarscherp aan wat er in ons leeft en nemen dat onbewust over. Ik kan het nog sterker formuleren: wal nieuwetijdskinderen bij ons, de volwassenen om hen heen, voelen, nemen ze zozeer in zichzelf op dat het voor hen voelt alsof het hun eigen onmacht is en hun eigen gevoel van in de steek gelaten zijn dat ze voelen. Daardoor kunnen ze niet anders dan van binnenuit op die gevoelens reageren en die op hun manier weer afreageren. Op zich is dat voor ouders en andere opvoeders van nieuwetijdskinderen niet eenvoudig. Neem bijvoorbeeld de stress en het verdriet die wij soms bij ons dragen: die houden de kinderen ons vervolgens als in een spiegel voor doordat ze datzelfde gedrag, vaak zelfs uitvergroot, aan ons laten zien. Dat is vooral ook daarom lastig, omdat deze spiegelreactie van de kinderen de problemen vaak versterkt: als moeder gestrest is en het kind wordt in een spiegelreactie daarop onhandelbaar, wordt de stress nog groter. Het vraagt een groot (zelfjinzicht om uit deze negatieve spiraal te komen: je moet als ouder of opvoeder doorhebben hoe het zit, je moet jezelf bewust maken dat jij eerst zelf tot rust moet komen, en datje kind dan als vanzelf ook weer tot rust komt.
Het is duidelijk dat de spiegelfunctie van nieuwetijdskinderen moed vraagt van de volwassenen om hen heen; de moed om in die spiegel zichzelf aan te durven kijken. Om in die spiegel hun eigen onmacht, stress en onverwerkte gevoelens te zien en te erkennen. We zagen het al eerder: nieuwetijdskinderen dwingen de volwassenen om hen heen onbewust tot eerlijkheid, zelfmzicht en werken aan zichzelf, en brengen hen zo op de weg van geestelijke groei. Een nieuwetijdskind opvoeden en begeleiden naar de volwassenheid, en daarbij de lessen die ze je voorhouden serieus nemen, kun je dan ook de snelweg van geestelijke groei noemen.
Nieuwetijdskinderen fungeren ook, om nog een ander beeld te gebruiken, als een antenne. Ze vangen de emoties van anderen op en voelen die als hun eigen emotie. Komen ze een kamer binnen waar een aantal mensen samen zijn, dan vangen ze ogenblikkelijk alles op wat onderhuids tussen de verschillende aanwezigen speelt. Meestal hebben ze zelf niet door dat ze dat doen en dat ze als een antenne allerlei gevoelens van anderen oppikken. Daardoor kan het gebeuren dat ze boos zijn, of verdriet hebben, of teleurgesteld zijn, zonder dat ze weten waarom. Juist dat laatste, dat de kinderen zelf niet weten waar hun gevoelens vandaan komen, laat zien dat het gaat om emoties die ze opgepikt hebben van anderen.
Een bombardement
Als we nu deze laatste beelden (die van de spiegel en van de antenne) in het achterhoofd houden en we stellen ons dan voor hoe een nieuwetijdskind zich moet voelen als hij zich in een grotere groep mensen - bijvoorbeeld in een schoolklas - bevindt, welk beeld komt «Lui op? Bij mij en anderen komt dan het beeld van een bombardement naar voren. Want nieuwetijdskinderen horen alles wat er gebeurt: als iemand niest of fluistert in de groep, als er een vliegtuig hoog boven de wolken overvliegt, als een bromvlieg zoemend rondvliegt tegen het vensterglas zonder een open raam te vinden en ga zo maar door. Daarnaast zien ze ook alles wat er gebeurt: de stille glimlach die twee mensen verstolen met elkaar uitwisselen, het stiekeme gedrag van een ander, twee vlinders die elkaar achternazitten en om elkaar heen dansen en ga zo maar door. En behalve dat (alsof het nog niet genoeg is) voelen ze ook alleswat er speelt: als iemand in de groep hoofdpijn heeft, krijgen ze zelf hoofdpijn. Vaak weten ze niet eens dat die hoofdpijn niet van henzelf is, maar van een ander komt. Ze voelen haarscherp aan dat iemand niet zo goed in haar of zijn vel zit. Ze voelen het meteen als er onuitgesproken (negatieve of positieve) gevoelens tussen twee mensen heen en weer gaan. Ze voelen ogenblikkelijk dat er in een groep geen harmonie bestaat, maar er allerlei onderhuidse en onuitgesproken gevoelens leven, en ze reageren meestal direct, intuitiet en spontaan, op wat ze voelen. Alleen die kinderen die hun vertrouwen in de volwassenen verloren hebben en zich niet veilig voelen, klappen dicht en zwijgen, wat ze ook voelen. (P.S.: draai dit nu niet om door te zeggen: en dus, als een kind zwijgzaam is, en nooit iets zegt, is dat de schuld van de volwassenen om het kind heen. Kennelijk durfde het kind hen niet te vertrouwen ... Er zijn immers ook kinderen die vanuit zichzelf gesloten zijn en die dat gebrek aan vertrouwen al vanuit de geestelijke wereld meenamen als een rest van een vorig leven. Het gaat niet om oordelen, maar om te leren begrijpen en goed waar te leren nemen . )
Nieuwetijdskinderen horen zien en voelen dus allerlei dingen die de meeste ouderen (die nu eenmaal geen nieuwetijdskinderen zijn en die gevoeligheid niet hebben) niet horen, zien en voelen. Nog sterker: het is voor deze ouderen vaak onvoorstelbaar dat nieuwetijdskinderen dat allemaal waarnemen, horen en voelen: ze kunnen zich nauwelijks voorstellen dat het echt waar is dat nieuwetijdskinderen dat allemaal oppikken.
Wanneer je dat zo eens op een rij zet: wat nieuwetijdskinderen allemaal horen, zien en voelen wordt het beeld van een voortdurend bombardement begrijpelijk en logisch: ze ondergaan een voortdurend bombardement van indrukken, prikkels en emoties. Wat het voor nieuwetijdskinderen extra lastig maakt, is dat ze zelf meestal helemaal niet doorhebben dat datgene wat ze voelen niet van henzelf komt, maar dat ze het oplikten van een ander. Ze kunnen dus moeilijk onderscheiden tussen wat van binnenuit, vanuit henzelf komt, en wat van een ander komt. Ze hebben daarom hulp nodig:
o Die begint met een duidelijke uitleg: dat nieuwetijdskinderen nu eenmaal zo gemakkelijk dingen overnemen zonder door te hebben hoe of wat.
o Vervolgens moeten ze leren zich af te vragen: waarom voel ik deze emotie? Als ze dat niet vanuit zichzelf kunnen verklaren, is het waarschijnlijk overgenomen van een ander.
o Ook moeten ze leren om stevig geworteld te staan in zichzelf, zodat de afgrenzing van het eigen ik tegenover dat van anderen, vanuit een groter zelfbewustzijn duidelijker wordt. Dat betekent dat ze moeten leren om 'nee' te zeggen, wanneer ze zélf iets niet willen, en alleen 'ja' mogen zeggen, wanneer ze zélf wel iets willen. Dus geen nee of ja omdat een ander dit verwacht, maar omdat het van binnenuit komt. Zo leren ze om zich bewust te worden van wat ze nu eigenlijk zelf voelen, willen en denken! In een later hoofdstuk vertel ik meer daarover.
De eerste reactie op het bombardement: druk, druk, druk en dus ADHD
Nieuwetijdskinderen leven dus onder de druk van een voortdurend bombardement van indrukken die ze dag in, dag uit ondergaan. Het teveel aan indrukken leidt tot een permanente overbelasting: ze krijgen bijna onafgebroken veel meer binnen dan hun ziel aankan. Daarom zoeken ze (onbewust natuurlijk) als vanzelf naar manieren om het 'teveel' af te voeren, zodat ze er niet aan onderdoor gaan. Daarbij vinden ze in het algemeen twee verschillende manieren om de druk te verlichten. Soms vertonen de kinderen die beide reacties afwisselend na elkaar, soms vertonen ze vooral de ene, of juist de andere reactie.
De eerste manier is deze: sommige kinderen worden heel druk, beweeglijk en onrustig in een poging om het teveel aan indrukken door die beweeglijkheid af te reageren. Ze praten veel en kunnen nog geen vijf minuten hun mond houden: als je meteen praat over de dingen die je meemaakt, laatje die dingen niet naar binnen komen, maar breng je ze naar buiten en reageer je ze af. Ook kunnen nieuwetijdskinderen niet of nauwelijks stilzitten, maar zijn ze voortdurend in beweging om het 'teveel' kwijt te raken. Ze kunnen zich niet concentreren, maar zijn meteen afgeleid. Vandaar dat men dit gedrag nogal eens samenvat met de verzuchting: ze zijn zo druk, druk, druk en nog eens druk. We zagen eerder al (in hoofdstuk 2, onder het kopje: Het eerste kenmerk) dat het drukke gedrag van nieuwetijdskinderen een van de meest opvallende kenmerken van deze kinderen is en dat dit gedrag nogal eens leidt tot het stempel ADD of ADHD: je bent ziekelijk actief en hebt een stoornis in je vermogen om ergens aandacht aan te geven. Ook ben je bijzonder impulsief. Je leeft een beetje van de hak op de tak, en hebt de behoefte alles aan te raken wat op jouw weg komt. Kinderen met dit gedrag worden wel vergeleken met een motor die nooit zonder benzine komt te staan. ADD legt de nadruk op het tekort aan aandacht (Attcntion Deficit Disorder), ADHD voegt daar nog hyperactiviteit aan toe (Attention Deficit Hyperactive Disorder). Dit etiket betekent dat men het (drukke) gedrag van het (nieuwe-tijds)kind als ziekelijk beschouwt en dat het kind derhalve genezen moet worden. Maar gezien in het licht van het bovenstaande is het duidelijk dat hun gedrag in wezen (hoe lastig misschien ook) eigenlijk helemaal niet ziekelijk is, maar beschouwd moet worden als een gezonde reactie van de ziel om het teveel aan indrukken af te reageren. Nieuwetijdskinderen zijn nu eenmaal (veel) gevoeliger dan vorige generaties en nemen daardoor veel meer waar en in zich op. Niet medicijnen moeten dit probleem oplossen, maar een totale omvoming van onze samenleving, samen met een andere opvoeding en een ander onderwijs (dat niet gericht is op prestatie en leren, maar spelenderwijs op de vorming van de ziel).
Juist op dit punt zien we een botsing die zich tussen twee belangrijke hedendaagse ontwikkelingen voltrekt. De eerste is deze: de kinderen van de nieuwe tijd worden steeds gevoeliger en dus ook gevoeliger voor indrukken. Ook bij de nieuwetijdskinderen zelf zien we deze ontwikkeling: men zegt dat de laatste generatie nieuwetijdskinderen, de kristalkinderen, nog gevoeliger is dan vorige generaties als de indigokinderen. Daarom hebben nieuwetijdskinderen stilte nodig, creativiteit, duidelijkheid, rust en structuur. Maar juist die ontbreekt meestal in onze tijd, want - en dat is de tweede ontwikkeling — we zien hoe onze samenleving zich meer en meer ontwikkelt tot een maatschappij waarin een permanente stroom van prik kels, emoties en informatie op ons afkomt. Het levenstempo wordt steeds hoger en de mensen hebben steeds sterkere prikkels nodig om emotioneel verzadigd te raken. Dat betekent dat de nieuwetijdskinderen van nu geboren worden in een maatschappij die steeds minder kans en ruimte biedt aan hun eigenheid.
Wie is er nu eigenlijk ziek: het nieuwetijdskind of de samenleving?
Verschillende malen stipte ik dit punt al aan, maar laat mij, vanwege het grote belang ervan, in alle duidelijkheid de vraag nog eens zó stellen: wie is er nu eigenlijk ziek: het kind of de samenleving? Voor mij is het antwoord duidelijk: de gevoeligheid van het nieuwetijdskind is (in het algemeen gesproken) zeker geen ziekte, maar een groot geschenk, ook al is het voor de betrokkenen zelf vaak een lastig geschenk, zeker in deze samenleving. Maar kennelijk is onze samenleving er nog lang niet aan toe om een veilige en passende woonplek te bieden aan mensen met deze uitgesproken gevoeligheid. En dus probeert onze samenleving deze kinderen met behulp van medicijnen en een stempeltje of etiket aan te passen aan de huidige samenleving, in plaats van de samenleving aan te passen aan dit nieuwe type kind. Want als je het stempel ADD of ADHD krijgt, nou, dan moet er toch wel iets met je aan de hand zijn! En klaar zijn we: nu hoeven de deskundigen zich niet meer te buigen over de vraag of onze samenleving misschien wel ziek is, in plaats van het kind ... Niet het kind is ziek, maar de samenleving is ziek! Het is opvallend dat steeds meer onderzoekers die zich bezighouden met het nieuwe verschijnsel nieuwetijdskinderen tot een dergelijke conclusie komen, of althans een dergelijke conclusie als vraag opwerpen. Zo stelt Carolina Hehenkamp deze vraag: De vraag dringt zich op of de aanduidingen ADD en ADHD geen onhandige pogingen zijn om afwijkende gedragspatronen bij kinderen in hokjes te kunnen persen, om er enigszins mee om te kunnen gaan. Zou het niet eerder zo kunnen zijn, dat in onze nieuwe generatie een genetisch-hiologische herstructurering plaatsvindt, die we nog niet begrepen hebben en waarop we in ons onbegrip nog niet kunnen reageren .Naar ik hoop ten overvloede nog dit: natuurlijk vertonen veel nieu wetijdskinderen door de sfeer waarin ze opgroeien, allerlei tekenen van geestelijke scheefgroei. En natuurlijk hebben sommigen van hen last van hun eigen drukte. In zoverre zou je sommigen (heus niet allemaal!) van hen misschien ziek kunnen noemen en hebben zij behandeling nodig. Maar ook dan is het van groot belang om te beseffen dat die scheefgroei vooral veroorzaakt werd doordat dit kind met deze uitgesproken gevoeligheid moet leven in een samenleving die daar geen enkel respect en begrip voor heeft. In een later hoofdstuk ga ik dieper in op de typische vormen van scheefgroei van nieuwetijdskinderen.
De tweede reactie op het bombardement: PPD-NOS De tweede reactie op het bombardement van indrukken dat ze dagelijks ondergaan, is deze: ze worden niet druk, zijn dus niet naar buiten gericht, maar trekken zich juist in zichzelf terug om even helemaal vrij te zijn van indrukken van buitenaf. Ze gaan naar binnen, sluiten zich af en vouwen soms de armen om zichzelf heen - en juist dit laatste laat zien wat ze beogen: onbereikbaar worden, zich afsluiten en zichzelf zodoende beschermen tegen het teveel. In die fase maken ze geen contact met anderen, horen niet wat er tegen ze gezegd wordt en lijken star, ja, min of meer autistisch. Het is voor iedereen die wat beter leert kijken naar deze kinderen duidelijk, dat dit afsluiten is bedoeld om zichzelf een poosje te vrijwaren van het teveel en om in de afgeslotenheid weer tot zichzelf te komen. Dit gedrag van kinderen leidt nogal eens tot een ander stempel: PPD-NOS. Het kind vertoont, zegt men dan, stoornissen in het gedrag die wel lijken op autisme, maar die ook weer niet uitgesproken genoeg zijn om het kind autistisch te noemen. Ook vertoont het wel gedragingen die wel iets weg hebben van schizofrenie, maar die tegelijk ook weer niet uitgesproken genoeg zijn om het kind schizofreen te noemen. Voor dit type kind dat in geen enkel ander hokje paste, bedacht men dus het etiket PPD-NOS.
De term PPD-NOS betekent Pervasive Developmental Disorder, Not Otherwise Specified, wat gewoon zoiets vaags betekent als: ontwikkelingsstoornissen die doordringen tot in de verschillende ontwikkelingsgebieden van het kind, zoals de taal, motoriek en het communi-
catievermogen. Not Otherwise Specified wil zeggen dat dit kind in geen enkel ander hokje past en derhalve maar met dit stempel moet worden gelabeld. Kinderen met dit stempel zijn, zegt men, onhandig, angstig, maken weinig contact met anderen en hebben moeite met oogcontact.
Het is boeiend om in de literatuur na te gaan wat er over de oorzaken van PPD-NOS verteld wordt.
o De analytische therapie zegt dat het kind in aanleg normaal is, maar dat de problemen ontstonden door de relatie die de opvoeder met haar kind ontwikkelde. Het lijkt er dus op dat volgens deze therapie de moeder de schuld krijgt van de stoornis van haar kind.
o De laatste tien jaar wordt er meer en meer uitgegaan van een biologisch verklaringsmodel, zoals dat zo fraai genoemd wordt. Het gedrag van het kind is het gevolg van een bepaalde aanleg en die aanleg bepaalt of er later problemen gaan ontstaan. Bij deze verklaring ligt de oorzaak dus bij de aanleg van het kind. Maar wel komen we bij deze verklaring een heel klein beetje in de buurt van wat andere mensen zeggen die aandacht hebben voor de typische eigenheid van het nieuwetijdskind: het is de uitgesproken gevoeligheid van het kind dat tot problemen leidt omdat onze samenleving totaal geen raad weet met deze gevoeligheid.
o Anderen zeggen dat de stoornis van het kind die meestal wordt aangeduid met de term PPD-NOS, vermoedelijk het gevolg is van een klein genetisch probleem in de hersenen dat ontstaan is tijdens de zwangerschap. Ook bij deze verklaring wordt het probleem bij het kind gelegd, en moet het kind veranderen, in plaats van dat de samenleving moet veranderen.
Ook het vage PPD-NOS etiket verklaart het hypergevoelige kind, dat niet goed weet hoe om te gaan met het bombardement aan indrukken, tot een ziek kind. Het probeert daarom dit kind via behandeling en medicijnen aan te passen aan de huidige samenleving, in plaats van de samenleving aan te passen aan het nieuwe type kind dat in deze tijd geboren wordt en ons wil leiden naar een nieuw en hoger bewustzijn.
Ritalin, een bittere pil
Steeds meer kinderen en volwassenen (het zijn er inmiddels vele tienduizenden en het aantal neemt hand over hand toe) gebruiken het middel ritalin. Jarenlang werd het gezien als hét wondermiddel dat alle problemen van nieuwetijdskinderen oploste. Het is een 'genees'middel dat de concentratie verhoogt en stimulerend inwerkt op het centrale zenuwstelsel. Als stimulerend middel leidt het ook tot afkickverschijnselen (depressies, uitputting en zelfmoordgedachten bijvoorbeeld). Ritalin staat op de lijst van verboden middelen, de zogenaamde Opiumlijst, en is dan ook in feite een verdovend middel. Het is samengesteld uit methylfenidaat en wordt wel de zenuwpezenpil genoemd. Gek genoeg weet men nog steeds niet hoe het middel precies werkt. Wat wel duidelijk werd is dat deze stof schadelijk is voor zwangere vrouwen ...
In 2007 werden 624.000 recepten voor ritalin uitgeschreven, en dit aantal groeit nog steeds hard. Als we bedenken dat in 2002 nog maar 200.000 recepten werden uitgeschreven, wordt de snelle groei van dit zogenaamde wondermiddel zichtbaar.
Tegenwoordig wordt er steeds meer bekend over de vele negatieve bijwerkingen. Op internet circuleren vele voorbeelden daarvan. Ze variëren van vele kilo's gewichtsverlies tot depressiviteit, van desinteresse in anderen tot misselijkheid, afname van creativiteit, hartkloppingen en verlies van libido.
Dr. Peter R. Breggin deed onderzoek naar ritalin. Hij vertelt daarover onder meer het volgende:
Ze verminderen het vermogen om te reageren op andere mensen of situaties. Het lijkt er dan op dat de gebruiker minder snel is af geleid, maar in feite wordt zowel zijn reactievermogen, als zijn bewustzijn aangetast.
Kortom: ritalin onderdrukt de fundamentele spontaniteit en een vlotte sociale omgang, terwijl het een dwangmatig gedrag bevordert en de persoon in kwestie verdooft en afsnijdt van prikkels van buitenaf. Door dit alles levert het meer handelbare mensen op — en dat was toch de bedoeling? Ofwel: met behulp van ritalin wordt niet zozeer een zogenaamde ziekte behandeld, maar wordt iemands persoonlijkheid zodanig veranderd dat hij of zij kan meelopen in deze prestatiemaatschappij.
Uittreksel uit het boek :
De levensopdracht van de nieuwetijdskinderen .
Wie ze zijn en wat ze ons leren .
Auteur : Hans Stolp
ISBN : 978 90 202 04018