Alba de moeder van Flavio Cabobianco
Alba de moeder van Flavio Cabobianco
Ik geloof dat mijn kinderen naar de wereld kwamen, omdat ik in staat ben : om te herinneren . Nu weet ik het : alle kinderen “weten”, maar tijdens het opgroeien vergeten zij het belangrijkste. Toen ik negen was woonde ik in een klein dorpje aan de rand van het oerwoud. Het zou niet lang duren, of we zouden naar Buenos Aires verhuizen. Ik zou dit wonderschone oord van natuur, vergezichten en licht waardoor ik was omringd en waar ik geboren en groot geworden was, moeten verlaten om in een enorme stad van beton t egaan wonen . Ik was boos en verdrietig, maar ik kon er niets tegen doen, de volwassenen hadden het zo besloten . Ik kan mij een middag herinneren, die betoverend was. Ik speelde alleen in de binnentuin van het huis toen het gebeurde: de tijd leek stil te staan, alles lag in zwijgende verwachting. Plotseling voelde ik de hitte van de middag niet meer en het woud hield op met ruisen. Ik voelde alsof iemand me aankeek . Iemand stond achter me, en observeerde me, observeerde dat kleine meisje dat ik was . Maar tegelijkertijd was ik het zelf als volwassen vrouw, die dit kleine meisje dat ze ooit was, liefdevol en verlangend observeerde. Dat was het eerste vluchtige maar ook intensieve contact met het overzicht van mijn leven .
Deze vrouw was de moeder van twee kinderen en had een levensgezel aan haar zijde . Zij kwam terug van een oord, waarvandaan zij een brug van liefde en begrip bouwde, over de tijd heen omdat ze het kleine meisje eraan wilde herinneren, dat dit alles een deel van haar lot was .
Ik bespeurde de glans van het weten en het zijn, van het geheel en de verbinding met alle delen van mijn bestaan. Toen ik tenslotte weer in mijn negenjarig leven landde, was de pijn van het vertrek verdwenen. Ik voelde me opgelucht en beschermd. Ik wist dat het bij de opdracht van mijn leven hoorde om mijn geboorteplek te verlaten .
Op die dag deed ik mijzelf een vurige belofte: ik beloofde nooit meer te vergeten. Ik wilde me altijd herinneren dat men zich kan herinneren . Jaren later leerde ik als meisje een man kennen. IK herkende hem bij de eerste oogopslag als de man die bij de vrouw was die ik in de toekomst zou zijn , als de vader van onze toekomstige kinderen .
Ik wist het, maar hij vermoedde niks . Dat was een harde klap voor mij . Het was dus voor anderen niet vanzelfsprekend zich de toekomst te kunnen herinneren. Maar desondanks raakte ik ervan overtuigd dat wij elkaar wel op dejuiste tijd zouden vinden .
Ieder ging zijns weegs en er verstreken meer dan vijf jaar voordat we elkaar weer opnieuw zouden zien. Ditmaal begonnen we een relatie, of beter gezegd, we pakten de draad weere op . Het wederzijds vertrouwen in elkaar was verrassend, alsof wij elkaar al heel lang kenden. Wij bouwden een diepe en verantwoordelijke vriendschap op, maar deden elkaar geen liefdesverklaring .
We hebben lang getwijfeld voordat we gingen samenleven . We vertrouwden elkaar volledig, we wisten eenvoudigweg dat we bij elkaar zouden blijven. Dit weten was in ons beiden diep geworteld en hielp ons over veel moeilijkheden heen te komen .
In het begin van ons samenzijn hadden we de gebruikelijke rivaliteiten en jaloezieën, omdat we alle twee heel jong waren en ieder zijn eigen identiteit zo goed mogelijk wilde handhaven . Wij maakten het archetypische dilemma van elke relatie door, namelijk het vinden van het evenwicht tussen vrijheid en intimiteit.
Beiden wilden we zelf groeien en desondanks samen zijn . Zo sloten we een verbond in vrijheid dat op volkomen wederzijds vertrouwen berustte. Het was niet gemakkelijk maar het lukt ons om een intensieve en vloeiende relatie overeind te houden die met weinig vaste regels tot stand kwam.
Een gezamenlijke belevenis verdiepte onze verbinding. We brachten in de herfst een weekend door op één van de vele eilanden aan de kust. Het was bitter koud en we staken een vuur in de kachel aan . Vóór het slapengaan verwijderden we de kachel uit de kamer, maar er bleven giftige gassen hangen .
Opeens was ik puur bewustzijn . Weer was er dat gevoel van heelheid, van één-zijn zoals ik dat ervaren had op negenjarige leeftijd . Onder mij zag ik mijn levenloze lichaam en mijn vriend die het probeerde te reanimeren . Ik was met mijn levenloze lichaam door een soort nevelkoord verbonden. Ik voelde dat een geluid, als ware het een soort trilling, mijn wezen weer in mijn lichaam trok. Hij riep naar me, schreeuwde mijn naam terwijl hij me door elkaar schudde, maar ik wilde nog niet terugkeren. Ik was vrij en los van de tijd en wilde me niet meer in het nauwe keurslijf van mijn lichaam persen .
Daar was het weer, deze flitsende en geconcentreerde visioenen van mijn leven, het leven dat ik nog voor me had . Ik zag dat ik nog een verder deel van mijn levenservaring te ontvouwen had, dat het nog niet in orde was om nu af te breken. Dus kwam ik terug . Ik vergat alles wat ik zojuist had beleefd, maar een heldere zekerheid bleef, mijn leven had een betekenis en die reikte over de dood heen.
Deze belevenis zorgt voor een nog sterkere band tussen ons. We groeiden verder, met minder conflicten. We woonden tien jaar samen toen de tijd kwam dat we een kind wensten. Onze verbinding was sterk genoeg en we waren er klaar voor om ouders te worden .
Dankzij mijn “herinnering aan de toekomst” wist ik al voor de zwangerschap dat het een jongen zou worden. Ik voelde bovendien zijn nabijheid. Ik had een goede zwangerschap en een normale bevalling . Marcos was een mooi en gezond kind, maar ik wist dat hij ‘ anders ‘ was. Hij had een eigenaardige blik, vol diepzinningheid. Ik schreef mijn indrukken en onzekerheden toe aan het feit dat ik voor de eerste keer moeder was. Uiteindelijk wende ik aan hem en twee jaar later voelde ik een ander kind in mijn buurt . Weer een jongen. Iuk had liever nog wat gewacht, maar dit nieuwe wezen maakte zich al kenbaar. Ik werd weer zwanger . Dit maal beleefde ik het moment van ontvangenis: een lichtexplosie begeleidde het moment waarop het nieuwe wezen binnendrong .
De tijd van zwangerschap was en tijd van expansie en van volheid. Toch had ik het zwaar om met mezelf in het reine te komen. Oude gewoonten veranderden. Ik kon geen vlees meer eten en geen koffie meer ruiken. Ik was zeer gevoelig wat de uitstraling van andere mensen betrof, of de vibratie van bepaalde plekken .
Flavio’s vader en ik waren innig verenigd. We besloten dat deze geboorte exclusief onze zaak was. En het werd werkelijk de ervaring van mijn leven die me ten diepste beroerde. Zodra de eerste weeën optraden werd ik door golven sterke energie overspoeld. Ik ontdekte hoe pijn in welbevinden veranderde als ik me overgaf aan de stroom van het leven. Het samentrekken van de weeën breidde zich uit, de angst werd vreugde .
Mijn man hield me vast, en schonk me zijn kracht . De hele geboorte was haast een ceremonie. Hij, ik en het komende kind vormden een cirkel . Bij de laatste pers, met de laatste golf van pijn-lustgevoel werd ik in een eigenaardige ervaring getrokken . Ik beleefde hoe mijn lichaam steeds weer als voorbijgaande huls voor talloze opeenvolgende geboortes en sterven diende. De tijd verging duizelingwekkend snel, ik werd onophoudelijk geboren en stierf weer . Er vermengden zich delen van leven met andere doodsmomenten, met andere vormen van zijn .
En weer wist ik alles, begreep ik alles. Ik ben, wij zijn verdichtingen van het levensproces. De dood is een geboorte, en de geboorte is een dood. Terwijl ik het kleverig warme lichaam van mijn zoontje streelde, keerde ik in onze tijd-ruimte orde terug. Ik was er weer en hij ook. We keken elkaar aan. Ik was niet verbaasd over zijn ogen. Hij had dezelfde vreemdsoortige ondoorgrondelijke blik al mijn eerste zoon. Nu weet ik het : ze zijn van hetzelfde ras, het nieuwe geslacht .